Wet op de economische delicten
Artikel 23
1
De opsporingsambtenaren zijn bevoegd in het belang van de opsporing vervoermiddelen te onderzoeken met het oog op de naleving van de voorschriften, bedoeld in de artikelen 1 en 1a, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.
2
Zij zijn bevoegd in het belang van de opsporing vervoermiddelen waarmee naar hun redelijk oordeel zaken worden vervoerd op hun lading te onderzoeken met het oog op de naleving van de voorschriften, bedoeld in de artikelen 1 en 1a, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.
3
Zij zijn bevoegd van de bestuurder van een vervoermiddel inzage te vorderen van de wettelijk voorgeschreven bescheiden met het oog op de naleving van de voorschriften, bedoeld in de artikelen 1 en 1a, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.
4
Zij zijn bevoegd met het oog op de uitoefening van deze bevoegdheden van de bestuurder van een voertuig of van de schipper van een vaartuig te vorderen dat deze zijn vervoermiddel stilhoudt en naar een door hem aangewezen plaats overbrengt, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.
5
De kosten van overbrenging komen ten laste van de betrokkene, indien een strafbaar feit wordt vastgesteld.
6
De in dit artikel genoemde bevoegdheden kunnen tevens worden uitgeoefend jegens personen, die zaken vervoeren.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AZ3631, Hoger beroep, 2200633305
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
29-11-2006
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof 's-GravenhageOvertreding door een rechtspersoon van het voorschrift, gesteld bij artikel 5 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Het motortankschip van de verdachte vennootschap is niet voorzien geweest van een Certificaat van Goedkeuring. Bij de hoogte van de opgelegde geldboete heeft het hof er rekening mee gehouden... -
LJN BC6140, Cassatie, 03267/06 E
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
11-03-2008
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge RaadOM-cassatie. Art. 26 WED. Uit de tekst van art. 26 WED, waarin het begrip âopzettelijkâ ziet op alle bestanddelen van het in die bepaling omschreven strafbare feit, volgt, i.o.m. de bedoeling van de wetgever dat voor de strafbaarheid van het in deze bepaling bedoelde misdrijf is vereist dat het (voorwaardelijk...